Wat is er aan de hand?
Er zijn verschillende problemen met kiembaanmodificatie. De eerste is eenvoudig: het mag niet. Toen IVF in de jaren zeventig z’n intrede deed, is op Europees niveau afgesproken dat embryo’s die teruggeplaatst worden, niet mogen zijn aangepast. Dat was lange tijd ook zo goed als onmogelijk, dus die regelgeving beperkte toen ook eigenlijk nog niets.
Ook voor PGD, waarbij je niets verandert, maar alleen checkt of een embryo in orde is, gelden in Nederland strenge regels. Zo mag je kijken of een embryo een defect gen heeft, maar je mag niet kijken of een embryo zich gaat ontwikkelen als jongen of als meisje, al wordt de regelgeving hiervoor in bepaalde gevallen waarschijnlijk verruimd. Wie per se een jongen of een meisje ‘op bestelling’ wil, moet nu uitwijken naar landen die soepeler omgaan met ethische richtlijnen.
Een ander punt is de zogenaamde ‘veertiendagengrens’. In de huidige regelgeving mogen embryo’s niet langer dan veertien dagen buiten de baarmoeder in leven worden houden. Na veertien dagen ontstaat bij een embryo – in dat stadium een schijfje schijnbaar uniforme cellen – de primitiefstreep: het begin van celdifferentiatie. In 1978 waren wetenschappers al blij als ze een embryo twee dagen in leven konden houden, maar recente experimenten zijn na dertien dagen omwille van de veertiendagengrens doelbewust afgebroken.
Technisch kan er dus steeds meer. Maar dat iets technisch kan, wil niet zeggen dat je het ook moet willen. Een mooi voorbeeld van een technologie die veel beloofde, maar die we – althans in Nederland – bewust de rug hebben toegekeerd, is kernenergie. Die technologie bestaat nog steeds, maar na twee kerncentrales werd in Nederland onder invloed van de publieke opinie besloten er niet meer op in te zetten.
Wie beter dan Jennifer Doudna kan vertellen wat CRISPR-cas9 doet? Ze stond aan de wieg van de technologie. (Engels)